A.S. vertelt
Deel 10    "SELECTEREN 1"

Elk jaar moeilijk

- Is Uw waterbed gevuld met champagne?
- Zit er in de banden van Uw Jaguar pure Alpenlucht?
- Komt Sharon Stone wekelijks Uw ramen zemen?
- Worden Uw sigaretten door Bush persoonlijk gerold?
- Bezit U een tv-toestel dat automatisch van kanaal verandert als het gezicht van Sonja Barend of Goedele op de buis dreigt te verschijnen?
- Kortom, leeft U in de veronderstelling alles te hebben wat er te hebben valt?
Vergist U zich niet in èèn ding: U bent NIET in staat met feilloze precisie goede duiven van slechte te onderscheiden. Daarom hebben velen (ook ik) in het najaar, als nog een ultieme selectie plaats moet vinden, een probleem.

BELANGRIJK

Veel is al geschreven over selecteren en verwonderlijk is dat niet.
De selectie is bepalend voor successen of falen in de komende jaren.
We weten hoeveel duiven we (allemaal!) moeten kweken om er die ene felbegeerde super aan over te houden en we weten dat de man die elk jaar al is het maar een super kweekt, een kampioen is.
Daarom zou het je maar overkomen dat je juist die witte raaf uitselecteert.
Want neem zelfs bij de grootste kampioen de vier beste duiven van het hok en diens prestaties maken een vrije val waarbij vergeleken die van de Godenzonen van Ajax van weleer niets is.
Streng selecteren moet, de meeste liefhebbers weten dit, maar leggen daarbij de accenten verschillend. 
De een kijkt vooral naar de afstamming, voor de ander zijn prestaties de norm en voor een derde is het uiterlijk doorslaggevend. Mogelijk hebben ze allemaal een beetje gelijk en ¼ een beetje ongelijk. Het maakt selecteren boeiend en moeilijk tegelijk. Want wat leert de praktijk?

NADER VERKLAARD

- Er zijn talloze duiven met prima afstamming die hun afkomst op beschamende wijze verloochenen als er gevlogen wordt. Dus geen pijp tabak waard. Want onthoudt: Als een koppel vier goede gaf is er geen enkele garantie dat ook de vijfde een goede zal zijn!
- Selecteren op prestaties? Talrijk zijn de voorbeelden van duiven die er als jong de stukken afvlogen om nadien nooit meer het oude niveau op te pikken en omgekeerd!
- Schitterende in alles volmaakte duiven worden zoek gevlogen door duiven die het aanzien niet waard zijn.
- En zelfs zijn er duiven die in hun geboortejaar moeite hadden gezond te blijven maar zich desondanks ontpopten tot echte kampioenen. 
Kun je nagaan hoe moeilijk selecteren is. 
Hoewel ik ook fouten maak, veel zelfs, soms mijn hoop vestig op duiven die niets waard blijken en duiven van de hand doe die ik nooit van de hand had mogen doen is het niet allemaal koffiedik kijken.

GEEN PROBLEEM

De minste problemen heb ik met oude duiven. Wat niet goed is kan vertrekken.
Afkomst en schoonheid zijn zaken die misschien tellen als jonge duif maar niet meer als oude. Voor hen is presteren de norm. 
Tijd van vertrek? Direct NA het seizoen.
 

De kans dat duiven die na twee jaar vliegen nog niet uit de verf kwamen alsnog kopvliegers worden bestaat maar is te verwaarlozen.

Bij mij moeten duiven als oude presteren of hun plaats wordt ingenomen door jongen. Onder 'presteren' versta ik minstens vijftig procent 'kop'. 
Simpele prijsvliegers wil ik niet. 
Die hebben ze in Duitsland graag, de kampioenschappen zijn er zelfs op gebaseerd, ik wil winnaars en jaarlingen en zeker tweejaarse worden dat zelden als ze het niet zijn. 
En hoe zit het met de kwekers?
Anders dan vroeger hebben velen nu duiven die alleen bestemd zijn voor de kweek.
Daar zitten soms duiven van drie jaar of ouder die nog nooit een 'extra' gaven. Ze zitten er omdat ze van 'goede afkomst' zijn of geld hebben gekost. 
Zulke stamboomduiven zijn enkel goed om jongen van te verkopen!

'EIGEN ERVARING

Velen willen als ze duiven aanschaffen jongen 'van de kwekers'.
Ik begrijp dat niet.
Ik heb er liever van een knap presterende weduwnaar dan van een kweker die als enige referentie heeft dat die van goed 'ras' is of veel geld heeft gekost.
Zoals vermeld wens ik geen dag langer dan nodig slechte duiven op mijn hok.
Waarom dan wachten tot NA het seizoen om die te verwijderen?
Ik heb slechte ervaringen met duiven tijdens het seizoen van het hok te halen. Zo herinner ik me 1986 nog goed.
Begin juni een rotvlucht gehad (juni is de maand van de 'rotvluchten' let er maar eens op) en een aantal duiven verloren.
Daaronder prima vogels maar dat zie je vaak bij zulke vluchten.
Duiven die steeds te laat komen gaan minder gemakkelijk verloren dan kopvliegers.
In 2001 van Homburg ook een serie duiven verloren en na die ‘rampen' was de hokbezetting zo verminderd dat prompt een inzinking in vorm volgde. 
De duiven trainden minder enthousiast, de verbetenheid het eigen territorium te verdedigen was er niet meer, de ‘sfeer’ was weg.

GROOTSTE PROBLEEM

Het grootste probleem vind ik het selecteren van jonge duiven.
- Wat te doen met duiven van de beste kwekers die in de hand niet voldoen?
- Wat te doen met lelijke jongen die prima presteerden?
- Wat te doen met die mooie duif die slecht vloog terwijl zijn broer die er niet uit ziet wel presteerde?
- En wat te doen met duiven die na lange afwezigheid alsnog thuiskwamen? 
Hebben die nog waarde voor de toekomst? Ik denk dat dat van duif tot duif verschilt. Wat er mee te doen is ook voor mij de vraag.

UITERLIJK

Helemaal zonder betekenis is het uiterlijk natuurlijk niet. Daarom had ik het over 'duiven die me aanstaan'. 
Zoals gezegd is vooral de eerste indruk bij het in de hand nemen belangrijk.
- Ik druk dan een duif lichtjes op het borstbeen. Gaat de bek open, of erger nog, hoor je een kreunend geluid dan is dat een duif die ik zeker niet wil.
- Als ik moet kiezen tussen een kleinere duif en een grotere neem ik de kleinste. 
- Duiven moeten evenwichtig gebouwd zijn, als het ware door de hand glijden. Niet 'uit twee stukken' zoals men zegt.
- Duiven die van natuur minder gezond zijn moeten weg evenals duiven die na een moeilijke vlucht moeizaam terug op gewicht komen.
- Evenmin wil ik duiven die geen zachte pluimen hebben, waarbij je hoort dat de vleugel wordt geopend. De vleugel mag niet gemakkelijk 'gegeven' worden en de laatste pennen moeten 'ventileren' zoals dat heet. Onder duiven met brede laatste pennen vind je weinig goede, zeker geen goede fondduiven. Als ik van een duif de vleugel open moet ik denken 'jij hebt een grotere vleugel dan ik verwachtte' .

VROEGER

Over de vleugel nog dit: Ooit dacht ik dat korte vleugels goed waren voor wind tegen en lange vleugels voor wind mee.
Daarbij refereerde ik onbewust naar de versnelling van een fiets. Bij 'wind mee' hoef je met een groot verzet minder te trappen om snelheid te ontwikkelen, met een klein verzet juist veel. Een klein 'verzet' maakt fietsen met wind mee zwaarder en dat geldt ook voor een groot verzet met wind tegen.
Een lange vleugel hoeft bij wind mee minder 'omgeslagen' te worden dan een korte maar ik ben toch van mijn geloof gevallen dat lange vleugels goed zijn voor wind mee en korte voor wind tegen.
Heb al te veel duiven gezien met korte vleugels die bij wind mee kop vlogen en duiven met lange vleugels die dat deden bij wind tegen.
Als na bovenstaande de haren niet overeind gingen staan, de kelen niet werden gesnoerd, de billen niet samengeknepen, ligt dat mede aan het onderwerp. Want selecteren? Niets moeilijker dan dat als men het mij vraagt.  

Of het moet zijn er over te schrijven.

A.S.

Alle stukken gepubliceerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S. Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens

Terug naar A.S. vertelt
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU Utrecht