Dr. aan het woord door: Dierenarts Peter Boskamp
© Dierenarts P. Boskamp
Het is verboden bovenstaande artikelen te vermenigvuldigen en te verspreiden. 
Ook zal opgetreden worden als zonder toestemming de artikelen of gedeelten 
daarvan op een andere wijze gepubliceerd worden

Deel 21:  Nieuwsbrief Duif Mei 2005

Beste liefhebbers,

Bijgaand onze nieuwsbrief van de maand mei. Het vliegseizoen is op gang gekomen met de gebruikelijke (luchtweg)problemen. Vooral dus bij de liefhebbers die niet of te weinig preventief gehandeld hebben. 
Maar ook de mailtjes omtrent de Adeno-besmettingen bereiken me weer massaal. Reden dus om aandacht te besteden aan de praktische benadering van dit probleem.
 

In de vorige nieuwsbrief merkte ik op dat ik overwoog om als vast item aandacht te besteden aan enkele producten die in de duivensport worden gebruikt. Dit naar aanleiding van vragen die me over een aantal producten bereikten.
Deze maand is de keuze gevallen op Volamin/Amynin en op Boni-SGR.

Praktische aanpak van het “Adeno-coli-complex”

Op onze website en ook op andere plaatsen is aandacht besteed aan de achtergronden van de virusbesmetting Adenovirose. Ik wil me hier vooral richten op de klassieke vorm van deze virusbesmetting.

Zoals bekend zien we deze vorm van de virusbesmetting bij de jonge duiven onder het jaar tussen maart en juli. De piek ligt echter toch in juni. Besmetting vindt dan vooral via de bek plaats in de reismanden. Het  verschijnsel dat dan na een paar dagen alle jongen ziek zijn is goed bekend.
Het virus vermenigvuldigt zich in de slijmvliescelkernen. De cellen van de darm gaan kapot waardoor er verlies van eiwit en elektrolyten naar de darm plaats vindt. Doordat het klimaat in de darm hierdoor veranderd kunnen eventueel aanwezige ziekteverwekkers als de E. Coli zich sterk gaan vermeerderen en dat kan leiden tot verergering van het ziektebeeld. De darm wordt als het ware doorlaatbaar voor de Coli-bacterie en zijn gifstoffen waardoor bloedvergiftiging kan ontstaan.
Maar ook al treedt geen bloedvergiftiging op, dan nog kan de diarree, het braken en ook het gewichtsverlies tot aanzienlijke conditieverlies aanleiding geven.
Omdat de darmcellen kapot gaan bij de besmetting duurt het toch een aantal dagen tot een week vooraleer de klinische klachten weg zijn, ook al treden er geen complicaties op door bijkomende bacteriële infecties. Dat komt omdat het darmslijmvlies die tijd nodig heeft om te herstellen.
Behalve in de darmslijmvliescellen vermeerdert het virus zich ook in de levercellen. De beschadigingen die hierdoor in de lever ontstaan,  kunnen een langere periode van herstel vragen. 

Preventief handelen

Omdat er in principe geen praktische toepassing mogelijk is van antivirale middelen blijft de bestrijding er vooral op gericht om de gevolgen die een besmetting met zich mee kunnen brengen zo klein mogelijk te houden.
Een sterk verspreid misverstand onder de duivenliefhebbers is het idee dat we bij het kuren tegen de verschijnselen van de diarree en het braken tegen het virus kuren. We proberen echter alleen maar de schade die de bijkomende secundaire infecties (vooral E. Coli) veroorzaken zo klein mogelijk te houden.
Het mooiste zou zijn als er een vaccin beschikbaar zou zijn tegen het virus dat afdoende zou werken.
(Er zijn liefhebbers die zweren bij de vaccinatie twee keer met het EDS-virus. Maar ik heb helaas ook hokken gezien waar desondanks een uitbraak van het virus voorkwam. De waarde moet dus met grote terughoudendheid bekeken worden. Immers ook jongen die niet gevaccineerd zijn hoeven niet altijd tegen het virus op te lopen. En dan werkt niet enten net zo goed als wel enten)

Maar goed, zoals gezegd moeten we er ons vooral op richten om de gevolgen van een besmetting zo klein mogelijk te houden.
Als we bedenken dat een groot deel van het afweersysteem van het lichaam zich rondom de darm bevindt, dan doen we er goed aan om de kwaliteit van de darmwerking zo hoog mogelijk te houden. We weten allemaal wel uit eigen ervaring dat we ons bij een goede darmwerking zelf ook fitter voelen. Nee, ik zeg het verkeerd. Pas als we een slechte darmwerking hebben worden we ons bewust van het belang van een goede darmwerking. Hoe dan ook, we doen er goed aan om er voor te zorgen dat de darmflora van de duiven optimaal is. Optimaal, om zo fittere duiven te hebben die beter functioneren tijdens de wedvluchten, maar bovenal een gezondere darmflora bezitten om de negatieve gevolgen van een Adeno-besmetting te kunnen indammen.
In de praktijk zie ik de duiven waarbij met deze wetmatigheid rekening is gehouden sneller herstellen  bij besmettingen dan de jonge duiven waarbij dat niet is gebeurd. Het merendeel van deze laatste groep valt ten prooi aan noodzakelijk geworden regelmatige “kuren” die de algehele conditie niet verbeteren. Een mislukt jonge duiven seizoen is meestal het gevolg.

Darmwerking optimaliseren

Ik wil toch even uitweiden over de darm en de darmflora. De darm is te lang gezien als een soort afvalvat waar de”rotzooi” van het lichaam in gedumpt wordt. En als we zien wat het eindresultaat is dat uit de darm komt is die gedachtegang natuurlijk te begrijpen. Maar we doen het belang van de darm en darmwerking daarmee toch te kort. In de darm gebeurt  veel meer. En meer en meer wordt het belang van een goede darmwerking ingezien.
Als we nader kijken naar de rijke aanwezigheid van het immuunsysteem in de darm dan kunnen we er simpel uit concluderen dat dit niet voor niets is natuurlijk. In de darm maakt het lichaam regelmatig contact met indringers. Het afweerapparaat moet dan in actie komen. Dat gebeurt van jongs af aan. Natuurlijk  heeft het afweerapparaat ook tijd nodig om te leren. En maakt het de “kinderziektes” mee. Aandoeningen die volwassen duiven niet meer van de wijs brengen kunnen bij de jongen nog wel degelijk hun effect hebben en ze verzwakken.
Als we in dit soort gevallen steeds opnieuw naar de medicijnpot grijpen belemmeren we het afweersysteem om gedegen ervaring op te doen voor later.
Belangrijk is dus dat we het immuunsysteem de kans geven om de “kinderziektes” door te maken om er van te kunnen leren.
Natuurlijk moeten we wel zorgen dat de jongen er niet zwaar ziek van worden. Dan moeten we toch ingrijpen. Zoals bekend helpt de Boni-SGR om de omstandigheden te scheppen dat de jonge duiven deze kinderziektes wel doormaken maar er niet echt ziek van worden. Mede door het optimaliseren van de darmflora en het ondersteunen van de afweer. Kortom “het Veld” wordt ondersteund. We bieden het afweer apparaat op die manier de mogelijkheden om het werk waarvoor het gemaakt is beter te kunnen verrichten.
Het voordeel hiervan is dat het op die manier ervaring kan opdoen voor later als het er echt op aan komt. Want door de kinderziektes door te maken krijgt het afweersysteem de kans om een soort geheugencellen aan te maken en op te slaan die bij een aanval van ziekteverwekkers snel gemobiliseerd kunnen worden. En dat helpt dan voorkomen dat het lichaam al te zeer terugvalt. Het kan dan sneller herstellen bij een aanval door ziekteverwekkers.

Het heeft er alle schijn van dat een goed werkend afweerapparaat minder gevoelig is voor stress en stresssituaties. En wanneer zien we de uitbraken van de Adenovirose het meeste? Juist als de stresssituaties komen. Als de jongen voor het eerste keer in de mand moeten, bij de opleervluchten of als ze te zware inspanningen hebben moeten leveren.
Als de darmflora van de duiven in die periodes niet optimaal is kunnen de ziekteverwekkers zoals de E.Coli hun kansen gaan grijpen. Slaat het adenovirus toe dan worden door de beschadiging van de darmcellen de omstandigheden in het darmmilieu geschapen voor een zeer snelle vermeerdering van deze bacteriën met alle complicerende gevolgen van dien.

Medicijnen

Als we in deze situatie terecht zijn gekomen dan rest ons niets anders dan met medicijnen de bacteriële complicaties  te gaan bestrijden. Er is een heel scala aan mogelijkheden om dan toe te passen. Te veel om op te noemen eigenlijk. FC-mix ;Vier in een; SL-mix; Parastop; Poeder 22; Boni-Jodi; Para-S vloeibaar; Trimsulfa; Cosumix; Amco,  Nifuramycine, Altabactine, enz enz.
Maar het nadeel van al deze middelen is dat ze ook hun werking hebben op de goede darmbacteriën. Ook deze sneuvelen door de toepassing  van antibiotica. En dat is zoals bekend weer een kolfje naar de hand van de Candida Albicans en andere schimmels die hun kans grijpen om zich te gaan vermenigvuldigen.
Vaak merken we de negatieve gevolgen niet echt. We zien de resultaten die het medicijn heeft. De dieren knappen zienderogen op en kunnen verder herstellen. En incidenteel een kuur moeten geven voor de darmen kan echt niet zoveel kwaad.
Maar we moeten er niet op willen gaan leunen. Keer op keer kuren. Want dan kan het na verloop van tijd wel tot problemen gaan leiden die maar met moeite (of niet) te boven zijn te komen.
Daarom is het beter om voorbehoedend te handelen om het regelmatig moeten kuren te kunnen vermijden. 

Als eerste moeten we dus de darmflora optimaliseren. Daarnaast kan het zeker geen kwaad om de werking van de darmcellen te ondersteunen. Glutamine is een aminozuur dat behalve dat het van belang is voor de spiercellen, ook door de darmcellen gebruikt wordt als voedingsbron. Door te zorgen dat deze bron optimaal voorhanden is kunnen we zorgen dat de darmcellen beter hun werk kunnen verrichten. En dat zorgt  dan weer dat het lichaam in zijn geheel extra ondersteund kan worden. Immers de bouwstoffen voor het lichaam in de darm kunnen dan beter worden opgenomen. 

Colostrumeiwitten

Er is momenteel ook veel te doen over colostrumeiwitten ter preventie van de Adeno-infecties. Colostrum of biest is de eerste melk van dieren (koe, paard, schaap) . Deze biest bevat eiwitten  die het vermogen bezitten zich o.a. aan schadelijke bacteriën te binden en ze op deze manier onschadelijk te maken. Daarnaast vormen ze ook een rijke voedingsbron van aminozuren voor het lichaam. Door binding aan de schadelijke bacteriën daalt de infectiedruk in de darm. Op deze wijze zou ook de darmflora extra ondersteund kunnen worden. Omdat er ook een ondersteunende werking van het lichaam van uit gaat kunnen dit soort producten behalve ter preventie ook als ondersteuning naar de wedvluchten toe gebruikt worden. Naast biest van koeien kan ook een product als Boni-jongdierpoeder hiervoor gebruikt worden. Als bron voor het colostrum is in het jongdierpoeder lammerbiest gebruikt. Naast deze colostrumeiwitten bevat dit product ook vitamines,  het aminozuur glutamine voor de darmcellen en voor de spieren en carnitine. Carnithine is een stof die ondersteunend werkt bij de ververbranding. De darmen moeten  vaak wel even wennen aan dit soort producten maar na een paar dagen wordt het vlees doorgaans meer roze en poederen de duiven beter.

Komt het ondanks alle goede bedoelingen toch tot diarreeklachten dan doet men er goed aan naast bestrijding van de oorzaak, het vochtverlies en het ionenverlies te bestrijden. Aan te raden valt om in die gevallen een elektrolytenoplossing  als drinkwater te verstrekken om zo het ontstaan van ionentekorten te voorkomen.
Elektrolytendranken en poeders zijn ook weer in alle soorten en maten verkrijgbaar. Zo zijn er elektrolytenpoeders, Belgasol, Fortalyte, Bonisol, Amynin  of Volamin,  Recuglut CT, enz.

Ook producten als appelazijn helpen bij de ondersteuning van de darmflora. Maar ook producten als vlierbesssap, Sambucca plus  en Aloë vera helpen mee aan het verbeteren van het darmklimaat. Maar waak ervoor te veel middelen door elkaar en met elkaar te gebruiken.

Kortom: Preventief (natuurlijk) handelen is belangrijk om de schade die een virusbesmetting te weeg kan brengen in de darm en de rest van het lichaam zo veel mogelijk te beperken.

Preventief (natuurlijk) handelen is dus niet hetzelfde als voorbehoedend antibiotica verstrekken. Laten we daar duidelijk over zijn. 

Productbeschrijving
Volamin of Amynin

Zowel Volamin als Amynin  zijn producten op basis van elektrolyten, vitaminen en aminozuuroplossingen van de firma Merial. Sterker nog het zijn identieke producten die alleen door het etiket van elkaar verschillen. Beide producten worden vooral veel in Duitsland door liefhebbers gebruikt. En vaak hoor ik dan dat het ene product beter is dan het andere. Uit welingelichte bron weet ik dus dat het hetzelfde product betreft en dit is trouwens ook op het etiket te lezen.
Waarom dan twee etiketten. Dat is simpel. Het is een kwestie van wetgeving. In Nederland is het namelijk zo dat medicijnen die rechtstreeks in het bloed kunnen worden toegediend alleen door dierenartsen mogen worden toegepast (met enkele uitzonderingen). Door nu twee verschillende etiketten te maken waarop in het ene geval de toepassing rechtstreeks in het bloed weggelaten is,  mag het product door dierenartsen worden afgegeven.
Het feit dat Amynin in het bloed mag worden toegediend, wijst er al op dat we met een heel zuiver product van doen hebben.
Zowel Amynin als Volamin hebben een ondersteunende werking bij het herstel van zware belastingen zoals na vluchten het geval kan zijn. Door het elektrolyten- en glucosegehalte is het product met name geschikt om het vochtverlies op te heffen en om te voorzien in energie met als gevolg een verbetering van de algehele toestand en eetlust.

Toepassing: in Duitsland vooral bij de midfond. 20 ml per liter drinkwater voor, maar vooral na de vlucht om de duiven sneller te laten recupereren. Het mag met andere producten worden gemengd.
Vanzelfsprekend kan het ook bij de Vitessevluchten en de Fondvluchten gebruikt worden.

Boni-SGR

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige eeuw hadden we ieder jaar, in toenemende mate, te maken met jonge duiven die last hadden van groenige diarree. Soms werd bij cloaca uitstrijkjes Hexamitiasis aangetoond. Een behandeling met SL-mix was dan voldoende om de jongen van hun kwaal af te helpen. En hoewel dit middel in veel gevallen nog steeds goed werk verricht, zagen we destijds toch ook steeds vaker jonge duiven die maar matig op de behandeling reageerden. We zagen ook vaker sterfgevallen onder de jongen.
Duidelijk werd toen dat we met een menginfectie te maken hadden waarbij naast E. Coli en soms Hexamitiasis ook een virus in het spel was en wel een Adenovirus.
Hoewel jonge duiven die enkel en alleen het Adenovirus oplopen al binnen een paar dagen weer beginnen op te knappen, was en is het toch vaker zo dat  complicaties door bacteriën het ziekteverloop meer slepend deden en doen zijn.

In de loop van een paar jaar zagen we dat de medicatie die nodig was om deze complicerende bacteriën te bestrijden allengs sterker moest worden. En dat met name vond ik ontzettend frustrerend. Immers die paar maanden oude duifjes kregen daardoor vaak medicijnen die op zich ook weer bijwerkingen hadden. En toen ik steeds vaker Poeder no. 12 de COCV-mix moest inzetten om de duiven er weer bovenop te helpen ben ik gaan zoeken naar andere mogelijkheden om van meet af aan de infectiedruk van die verergerende bacteriën te verlagen.
Begin jaren tachtig had ik al proeven gedaan op zeugenbedrijven met verzurende preparaten om de infectiedruk van ziekteverwekkende E. Coli-bacteriën in te dammen. Dat had redelijk tot goede resultaten gehad. Dus de stap om iets soortgelijks uit te proberen bij de duiven was daarom ook klein. Nu is in deze tijd verzuring bij duiven en bij andere diersoorten niets bijzonders meer. Maar 20 jaar terug was er toch vooral een tijdgeest die voorschreef dat je bij diarree gelijk naar de medicijnpot moest grijpen. Nu wordt daar toch genuanceerder over gedacht. 

Azijn, appelazijn, mierenzuur, wijnazijn, PH meting van de diverse oplossingen. We hebben ze natuurlijk allemaal gebruikt  deze middelen en hun verzurende effect gemeten. En het had effect. En gaandeweg zijn daar kruiden als Echinacea Purpurea en Cat’s Claw, Astragalis enz. enz bijgekomen. Zo ontstond de weerstandsdrank op basis van een verzurende drank, aangevuld met homeopathische verdunningen en kruiden. En het beoogde effect werd behaald. In de praktijk bleek overduidelijk dat de jonge duiven een betere darmflora opbouwden waardoor ze bij uitbraken van het Adenovirus wel degelijk sneller herstelden.
Maar bij de proefduiven en ook bij praktijkproeven begon ook op te vallen dat de duiven niet alleen een betere mest kregen. Veelal was de mest om mee te knikkeren. Maar bovenal begon op te vallen dat de duiven zich beter begonnen te tonen. Er kwam meer leven in en er viel meer dons. De voederconversie verbeterde en de duiven trainden duidelijk beter.
Met en met waren er steeds meer liefhebbers die de Weerstandsdrank ook bij de weduwnaars gingen toepassen met behoorlijk effect.
Reden dus om deze “bijwerking” nader te gaan onderzoeken. Zo ontstond via proefnemingen de Boni-SGR die in de praktijk geschikt bleek om de groei van de Candida Albicans af te remmen op een natuurlijke manier.
Boni SGR herbergt zo de oorspronkelijke doelstelling in zich, namelijk het bijdragen aan een betere darmflora en het afremmen van ziekteverwekkende darmbacteriën en gisten en stimuleert daarnaast de vorm. In de praktijk bleek het effect op de vorm bij de jonge duiven dermate te zijn dat al snel het advies gegeven moest worden om het niet dagelijks te geven, buiten een beginperiode van 10 dagen aaneengesloten, maar twee tot drie dagen per week.  Op deze manier draagt het product toch bij aan een verbetering van de darmflora en een versterking van de natuurlijke afweer. En in de praktijk is gebleken dat dit plaats vindt op een dusdanige manier dat de duiven toch de noodzakelijke kinderziektes kunnen doormaken op een manier die ze niet sloopt en terugwerpt. Maar op een manier die het lichaam in staat stelt afweerstoffen op te bouwen.
Deze aanpak draagt er duidelijk toe bij dat er in de praktijk minder medicatie nodig is om de jongen gezond te houden. Want laten we ons wel realiseren dat het (moeten) geven van veel antibiotica aan jongen duiven niet echt bijdraagt aan het ontwikkelen van een goed afweersysteem.
Door gebruik te maken van een product als Boni-SGR wordt het weer mogelijk op gezondheid te selecteren. Immers door het vele gebruik van antibiotica in de duivensport  werden duiven die zwak waren van gezondheid vaak toch nog in leven gehouden. Op zich mooi zou je kunnen zeggen. Maar op de lange termijn draagt zo’n handelwijze mogelijk wel bij aan een verzwakking van de duivenstam. Immers met deze zwakkere broeders wordt, zeker als hun prestaties goed zijn, verder gekweekt. De kans is daardoor aanwezig dat de zwakke weerstand zo doorgegeven wordt. Met producten als Boni-SGR die de natuurlijke weerstand van duiven helpen te optimaliseren, wordt het weer mogelijk op gezondheid te selecteren. Want als zelfs met deze natuurlijke ondersteuning  toch ziekte optreedt is er reden om deze duiven goed te noteren. Blijken het bij herhaling zwakke broeders te zijn dan kan men ze beter voor de kweek uitsluiten.

Waar is Boni-SGR nu inzetbaar?

Als het nog nooit gebruikt is kan men het 10 dagen achtereen geven en dan daarna vervolgens drie dagen per week. Dus bijvoorbeeld op maandag, woensdag en vrijdag. Op vrijdag mag het bijvoorbeeld samen gebruikt worden met Boni-Mineral voor de vluchten. Boni-Mineral is ook een ondersteunend preparaat waar maar 10 druppels per liter drinkwater gegeven hoeven te worden.
Ook voor en tijdens de kweek kan Boni-SGR gegeven worden. Tijdens de voederen van de jongen adviseren we de halve dosering.
De mooiste tijd om er bij de jongen mee te beginnen is vanaf het afzetten. Dan gedurende een week achtereen om ze extra te ondersteunen en daarna weer drie dagen per week.
Wil men de duiven (oude duiven en jaarlingen) voorbereiden op de vluchten dan kan men Boni-SGR ook weer een dag of 10 achtereen geven.
Een 10 tal dagen voor de opleervluchten van de jongen kan het ook weer aaneengesloten geven gedurende een week.

Peter Boskamp
dgkcentrum@planet.nl

Terug naar Dr. aan het woord
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU, Utrecht