Deel 22: Nieuwsbrief Duif Juni 2005
Beste
liefhebbers,
De
tijd vliegt voorbij. De Jongen zijn in België al aan het vliegen en in
Nederland komen de jonge duivenvluchten ras dichterbij. De
Adenocoli-infecties zijn al weer waargenomen en daarom is het goed
iedereen toch nog op het hart te drukken preventief te handelen.
Niet gelijk met de medicijnpot aan de gang gaan als er nog niets aan de
hand is. Beter is het de darmfllora te optimaliseren met bijvoorbeeld
Boni-SGR of de darmflora te ondersteunen met een appelazijn of een product
op basis van vlierbessen.
Is er in de omgeving sprake van uitbraken dan kan het raadzaam zijn om
voor de vluchten de infectiedruk middels een gerichte darmkuur te
verlagen. Daar zijn diverse middelen voor. En voor ieder middel is wel
iets te zeggen. De voorkeur is voor iedere liefhebber bijna anders.
De
afgelopen maand zijn er vragen over diverse medicijnen binnengekomen. Een
paar zal ik hier nader bespreken.
Over het gebruik van “Metro” werden meerdere vragen gesteld. Reden om
het gebruik van de diverse “Geelmiddelen” nader te bekijken en wat
adviezen te noteren.
Praktische geelbestrijding
Zoals iedere liefhebber
wel weet is de bestrijding van het geel in een aantal gevallen niet zo
eenvoudig meer als vroeger. Regelmatig tref ik liefhebbers die net een
geelkuur hebben gegeven aan hun duiven met een of ander middel volgens de
voorgeschreven dosering op de verpakking .
En dan blijkt bij controle dat de besmetting niet weg is. Frustratie en
irritatie al om.
De liefhebber voelt zich genomen door de leverancier van het middel. Maar
niets is minder waar.
Waar 15 jaar geleden 0,5 gram Ridzol-S in het drinkwater, gedurende een
paar dagen genoeg was om de besmetting achter ons te laten is nu de
daarvoor noodzakelijke dosering toch al gauw 3-4 gram Ronidazole 10% (de werkzame stof van de vroegere
Ridzol-S) per twee liter
drinkwater. En zelfs dan is er soms nog sprake van een lichte besmetting
na de kuur.
Een en ander is louter en alleen een gevolg van het resistent worden van
de Trichomonas tegen de diverse geelbestrijdingsmiddelen.
De middelen zijn dezelfde gebleven. Alleen de parasiet is er minder
gevoelig voor geworden. En laat zich dus niet meer zo gauw vernietigen.
Als we nu deze wetenschap
hebben, dat de geelparasieten resistenter zijn aan het worden tegen de
middelen, hoe kunnen we dan het beste handelen.
Allereerst doen we er goed aan af te zien van een drinkwaterkuur zolang de
“R” nog in de maand is. De duiven drinken
dan immers over het algemeen minder en krijgen per 24 uur zo te
weinig geneesmiddel binnen. De zwakste parasieten sneuvelen en de sterkste
parasieten vermenigvuldigen zich. Resultaat: een toegenomen resistentie.
Zouden we de dosering verhogen om te zorgen dat de duiven wel genoeg
medicijn binnen krijgen, dan bestaat de kans dat de duiven die wel normaal
drinken een overdosering krijgen en dan aan hersenverschijnselen te gronde
kunnen gaan.
Dus beter is het de dosering
van 4 gram over het voer te doen. Dat blijkt in de praktijk een duidelijk
beter resultaat te geven. Maar bij van nature nonchalante liefhebbers is
dit ook weer een risicovolle methode. Het is namelijk belangrijk dat het
medicament goed over het voer verdeeld wordt en niet klontert. Immers in
het laatste geval kunnen enkele duiven ook weer teveel medicament krijgen
met de reeds genoemde vergiftigingsverschijnselen als gevolg. En neem van
mij aan dat dit vaker voorkomt dan dat menigeen denkt.
Maar ook deze methode geeft toch nog doorbraken vanwege de resistentie. In
deze gevallen moeten we toch gedurende een zestal dagen het medicijn
verstrekken om enigszins zeker te zijn van voldoende effect.
De methode die in de praktijk als beste uit de bus komt is de individuele
toediening middels een capsule. In dit geval krijgt de duif
in een keer de dosering binnen die nodig is om de parasieten
resoluut aan te pakken.
Wij zien in de kliniek dat een capsule voldoende is bij lichte
besmettingen (Wij noemen die 1 en 2 plus besmettingen). Bij zware
besmettingen dient twee dagen achtereen een capsule te worden opgestoken.
En dan liefst op de nuchtere maag (de 3 en 4 plus besmettingen).
Hoe dient men zich de werking voor te stellen. Bij een drinkwaterkuur
wordt de dosering als het ware uitgesmeerd over de dag. Het lichaam is al
vol bezig met het verwijderen van het medicijn. We kunnen ons dus
voorstellen dat aan de ene kant toevoer plaatsvindt van het medicament en
aan de andere kant afvoer. Dus per saldo komen we op deze wijze
op een lage dosering in het bloed uit, dan wanneer we het
medicament over het voer doen of als pil ingeven. Zeker in het laatste
geval is de toevoer van het medicament heel groot, kort en krachtig. Dit
terwijl de afvoer amper op gang gekomen is. De parasieten worden zo dus
aan een hoge dosering blootgesteld. De Trichomonas kan hier slechter tegen
dan bij een lagere hoeveelheid van het medicijn in het bloed zoals bij de
drinkwaterkuur optreedt. En dat is natuurlijk logisch.
Nu blijkt in de praktijk dat kort en hoog doseren beter werkt dan lang en
laag zoals we bij een drinkwaterkuur doen. In het totaal geven we bij een
drinkwaterkuur zelfs meer van dit giftige medicijn dan wanneer we twee
dagen achtereen een capsule opsteken. En toch is het resultaat van een
capsulekuur van twee dagen dus vele malen effectiever dan de
drinkwaterkuur. Doordat we vrijwel altijd op deze wijze de hele infectie
wegnemen is er een veel geringer kans op resistentie.
Concluderend kunnen we
zeggen dat een individuele behandeling van de duiven voor een goede
geelbestrijding veruit de voorkeur verdient. Is dit om praktische redenen
niet mogelijk of teveel werk, geef dan de voorkeur aan een voerkuur boven
een drinkwaterkuur. Eigenlijk zouden we drinkwaterkuren voor de
bestrijding van het Geel niet meer moeten toepassen.
De middelen
Ik hoor nu een aantal
liefhebbers denken; dan gebruik ik toch gewoon een ander middel en dan heb
ik geen last van de resistentie.
Welnu dat is toch ergens een misvatting.
Vrijwel alle middelen die werkzaam zijn tegen het geel behoren tot de
zogenaamde imidazolverbindingen.
Tot deze verbindingen behoren een hele groep van stoffen waarvan er een
aantal heel bekend zijn en hoofdzakelijk toegepast worden als middel ter
bestrijding van het Geel.
Carnidazole (Sprartix), Ronidazole
(vroegere Ridzol-S),
Dimetridazole (vroeger Emtryl) en Metronidazole (in Stomorgyl,
Metro, Flagyl). Daarnaast
zijn er nog enkele veel sterkere leden in deze groep. Deze middelen zijn
zo sterk dat ze ontzettend verdund moeten worden om geen vergiftigingen te
veroorzaken. Als zodanig zijn ze voor praktische toepassing minder
geschikt.
Nu blijkt in de praktijk ,dat middelen die tot eenzelfde groep behoren
vaak een zgn. “kruisresistentie” kennen. Dit wil dit zeggen dat indien
een parasiet ongevoelig is voor een middel er al snel ook sprake is van
ongevoeligheid voor de andere middelen. Dit komt omdat het
werkingsmechanisme van de medicijnen overeenkomt.
Wat betekent dit nu in
de praktijk?
De logische gedachte dat
we dus een ander middel moeten gebruiken als het Geel ongevoelig wordt
voor een middel, gaat bij deze medicijnen dus niet zo eenvoudig op. En als
het al op gaat is het slechts kortstondig.
Het is dus van groot belang dat iedere duivenliefhebber probeert om bij de
bestrijding van het Geel, daadwerkelijk de parasieten totaal te
elimineren. Halve kuurtjes en korte kuurtjes zijn bij deze kwaal dus uit
den boze.
Dat is toch allemaal logisch zouden we denken.
Maar ik word soms moedeloos van de liefhebbers die eventjes twee daagjes
iets tegen het Geel geven in het drinkwater en dan ook nog de overtuiging
hebben dat ze het goed doen, omdat iedereen het immers zo doet. Maar juist
omdat iedereen het zo doet neemt de resistentie ook zo hand over hand toe.
En wat te denken van de liefhebber die laatst dacht goed te doen door een
halve Spartrix tablet te geven in plaats van een hele tablet.
Als deze liefhebber deze column toevallig leest hoop ik dat hij nu snapt
waarom dát nu net níet goed is!!!!
Dus voor de
geelbestrijding geldt: Goed doseren, voldoende hoog en voldoende lang!!
En als we dit goed doen dan hoeven we ook niet zo bang te zijn voor
verdere resistentie van de parasieten voor de diverse middelen.
“Metro”
Metro is dus een
fantasienaam voor een product op basis van Metronidazole. Dit middel is
een alternatief voor Carnidazole (Spartrix) of Ronidazole.
Of het beter of slechter is dan de andere twee middelen?
Zoals gezegd valt of staat een goede bestrijding van het Geel met het
gebruik van een werkzaam middel in voldoende
hoge dosering en voldoende lang gebruik. Wordt aan deze voorwaarden
voldaan dan werkt Metronidazole net zo goed als Ronidazole.
De laatste is doorgaans goedkoper.
Gebruikt men metronidazole in de vorm van Stomorgyl tabletten van Merial
dan heeft men het voordeel dat deze tabletten naast de metronidazole ook
nog Spiramycine bevatten. Zoals bekend is Spiramycine (Suanovil) een goed
middel in geval van een aantal luchtwegaandoeningen bij duiven.
Maar wil men dit middel toepassen dan verplicht men zich eigenlijk wel
enkele dagen achtereen een tablet op te steken.
Doxycycline
Over dit medicament
bereikten me de afgelopen maand ook een aantal vragen.
Doxycycline is een
medicijn dat behoort tot de groep van de zgn. Tetracyclines. Deze middelen
zijn van oudsher ingezet bij de bestrijding van luchtweginfecties bij
duiven en dan in het bijzonder de Chlamydiose en andere luchtweginfecties
behorende tot het ornithose-complex.
Tot deze groep van de Tetracyclines behoren
naast de genoemde Doxycycline ook de Oxytetracycline (Terramycine)
en de Chloortetracycline (Vroeger ook bekend als Aureomycine). De
Doxycycline mag beschouwd worden als de krachtigst werkzame stof uit deze
groep. De Oxytetracycline is de oudste telg uit deze groep en kent ook de
meeste resistentieproblemen. Dus als we moeten kiezen uit een middel uit
deze groep dan gaat de voorkeur uit naar de Doxycycline.
Naast eerder genoemde indicaties voor de
luchtwegen is er ook enige werkzaamheid bij Coli-infecties en
Streptococcen-infecties. Maar persoonlijk geef ik voor die infecties de
voorkeur aan andere middelen. (Poeder
22 of Boni-Jodi).
Over de dosering van deze
grondstof lopen de meningen uiteen. Deze variëren van 7,5 mg tot
50 mg per duif. De reden voor de variatie zit hem in twee factoren.
Als het grit niet wordt weggehaald dient men veel hoger te doseren dan
indien men het grit wel verwijderd. Grit gaat namelijk met de
tetracyclineverbindingen onoplosbare complexen aan waardoor het medicijn
onwerkzaam wordt.
De tweede reden voor de variatie van de dosering is dat de werkzaamheid
van Doxycycline beter is in zuur milieu. Dus als er citroenzuur wordt
toegevoegd aan het medicament kan men eventueel een lagere dosering
voorschrijven.
Doxycycline wordt vaak
als los medicament voorgeschreven ( Doxycure van Oropharma of Doxycycline
10%) of in combinatie met andere luchtwegmedicijnen (Poeder 18;
poeder 26 en Boni-Jodi).
Boni-Jodi is een medicament dat uitermate geschikt is om te gebruiken bij
jonge duiven. Naast genoemde luchtweginfecties heeft het ook een werking
tegen streptococcen en E. coli. De infecties die de jonge duiven aan het
begin van de jonge duivenvluchten nogal eens willen treffen.
Glucose
Tot slot; glucose of
druivensuiker wordt in de duivensport veel gebruikt. Het heeft een naam
gekregen heel goed te zijn. En als bij zovele middelen is het prima om het
te gebruiken als het nodig is.
Veel elektrolytenmixen bevatten glucose in poedervorm of in siroopvorm
zoals in Dextropur, Belgasol of Bonisol.
Deze producten bevatten naast glucose ook elektrolyten en kunnen zo
bijdragen aan het herstel van de vochtbalans na zware vluchten of in geval
van diarree.
Voor deze indicaties is het dus prima om druivensuiker te gebruiken.
Maar het te pas en te onpas gebruiken van pure druivensuiker voor vluchten
moet toch met voorzichtigheid gebeuren. Immers druivensuiker is een snel
benutbare suiker. Deze wordt dan ook snel afgebroken door het lichaam.
Dus tijdens de (langere) vluchten, zeker na meerdere dagen mand is de
werking niet meer aanwezig.
Maar druivensuiker is ook voor een aantal bacteriën en gisten in de darm
een rijke voedingsbron. Als zodanig kan het de darmflora in negatieve zin
beïnvloeden bij overmatig gebruik. Dus bekijk de noodzaak van het gebruik
of gebruik liever een elektrolytenoplossing.
Het is een nieuwsbrief
geworden met vooral productinfo. Ik hoop dat hij toch weer leesbaar was.
Mocht U geen prijs meer stellen op de ontvangst van deze info dan kunt U
dat mailen na : dgkcentrum@planet.nl
Maar ook voor opmerkingen
of producten die U nader besproken zou willen zien kunt U op deze mail
terecht.
|