Dr. aan het woord door: Dierenarts Peter Boskamp
© Dierenarts P. Boskamp
Het is verboden onderstaande artikelen te vermenigvuldigen en te verspreiden. 
Ook zal opgetreden worden als zonder toestemming de artikelen of gedeelten 
daarvan op een andere wijze gepubliceerd worden

Deel 27:  "Nieuwe seizoen"

Normaal gesproken kan voor iedereen dezelfde voorbereiding op het nieuwe seizoen worden geadviseerd. Maar dit jaar is daarop (weer eens) een uitzondering. De vluchten in België zijn al gestart evenals in Duitsland. Maar als ik dit schrijf is er in Nederland nog geen groen licht.
Dus daar gelden andere normen. 

Hoe nu het beste de voorbereiding op het seizoen ter hand te nemen? 

Allereerst natuurlijk zorgen voor een goede basisweerstand bij de duiven. Daarover ga ik niet meer uitweiden. Dat heb ik uit en te na beschreven in mijn boek “Terug naar de basis”.
Als we er dus van uit mogen gaan dat de basisweerstand goed is, doen we er goed aan de duiven te laten controleren op de aanwezigheid van wormen, coccidiose en trichomoniasis en eventueel hexamitiasis.
Daarbij kan dan tevens gekeken worden hoe het met de luchtwegen gesteld is. Hoe vaak zien we nu duiven met een redelijk veerwerk, witte neusdoppen, eventueel iets te veel oude dons, die bij het aftasten van de luchtpijp heftig reageren met hoesten. Of bij het aftasten van de neusdoppen gaan niezen. Een ervaren onderzoeker kan op deze manier heel veel info krijgen over de aard van de aandoeningen die deze duiven dan hebben. Er is verschil op te merken tussen een natte en een droge hoest. Evenzo bij het niezen. Maar ook de aard van de uitvloeiing uit de neuzen dient bekeken te worden. Is er sprake van waterige uitvloeiing dan wel meer pussige uitvloeiing. Is er sprake van ingedroogd slijm. Iedere afwijking heeft zijn specifieke behandelwijze nodig.
Veel van deze duiven zouden deze winterinfecties kwijt raken in de loop van het voorjaar als het weer beter wordt. Maar die tijd geven we de duiven veelal niet. Die moeten mee doen aan de vroege vluchten. Dat kan aanleiding zijn tot klinische klachten na een aantal vluchten. Reden dus om deze winterinfecties altijd tijdig te behandelen. En tijdig is dan een kuur een week of drie voor de eerste vluchten. Volsta bij een productieve hoest niet met alleen een luchtwegkuurtje. Geef dan teven een kruidenmiddel als Boni-bronchicron om de slijmvliezen van de luchtpijp en zijn vertakkingen tot rust te brengen.
De meeste duiven zijn in het vroege seizoen gebaad bij een kuur met poeder 26.

Bij het onderzoek wordt ook gekeken naar de aanwezigheid van het Geel. Nu onderscheiden wij in de kliniek dus besmettingen van 0 tot 4 plus. De laatste zijn dus zware besmettingen. Het is goed om deze 3 en 4 plus besmettingen met een geelcapsule twee dagen achtereen te behandelen. Drinkwaterkuren zijn bij dergelijke besmettingen als onwerkzaam te beschouwen. Te vaak zie ik liefhebbers die vanwege het gemak toch kiezen voor zo’n drinkwaterkuur. Bij controle (als die al gebeuren) van de effectiviteit van de behandeling blijken deze 3-4 plus besmettingen wel te zijn afgenomen tot 1-2 plusbesmettingen. Ze zijn niet geheel verdwenen dus. We zien dit keer op keer. Daarom blijven we bij ons advies om tijdens de maanden met een “R” niet te vertrouwen op een drinkwaterkuur tegen het geel. Maakt niet uit met welk middel. Bij onze proefduiven hebben we kunnen uitrekenen dat deze dieren te weinig drinken om een effectieve dosis van het geneesmiddel binnen te krijgen.
Wil men zich de inspanning van het opsteken van een geelcapsule twee dagen achtereen niet getroosten, pas dan op zijn minst een toediening van het geneesmiddel over het voer toe. De kans dat het medicijn dan wel effectief is neemt dan tenminste toe. Het meest effectief blijft de toepassing van capsules.
Bij 1-2 plus infecties is een capsule voldoende. Bij 3-4 plus besmetting dient wel degelijk twee dagen achtereen een capsule te worden toegediend.
Indien men gebruik maakt van andere middelen is het zelfs in het geval van een 3-4 plus besmetting gewenst om gedurende zeker drie dagen een tablet op te steken. De tijd dat bijvoorbeeld een tablet Spartrix-tablet voldoende werkzaam was bij deze infectiesterkte ligt helaas achter ons. Spartrix kan zeker worden toegepast maar slechts meerdere dagen achtereen toepassen geeft dan zekerheid dat de infectie geheel weg is.
 

Wat geldt voor een geelbesmetting geldt natuurlijk ook voor de luchtweginfecties. Drinkwaterkuren zijn in de koude maanden uit den boze. De duiven krijgen simpelweg te weinig medicijn binnen om effectief te kunnen profiteren van het medicijn.
Daarom geef steeds de voorkeur aan een voederkuur.
Duiven die medicijn in het drinkwater toegediend krijgen drinken minder. En dat werkt de reiniging van het lichaam tegen. Immers de duiven hebben na een vlucht dorst. De ergste dorst lessen ze kort na de vlucht. Al dan niet met een elektrolytenoplossing. Niets mis mee. Maar daarmee is het lichaam nog niet op het oude niveau terug. Krijgen de duiven dan medicijn in het drinkwater toegediend als ontsmetting, dan zullen ze minder drinken. Met als gevolg dat slakken die  zich tijdens de vlucht hebben gevormd ook moeilijker kunnen worden afgevoerd.
Toediening van de medicijnen over het voer zal de duiven juist eerder doen drinken om de eventueel bittere smaak weg te werken. Dit belemmert dan geenszins de afvoer van afvalstoffen na de vlucht.

Wormen en coccidiose dienen natuurlijk bij vaststelling ook te worden behandeld.
Op deze wijze komen de duiven goed aan de start van het vliegseizoen. Men dient zich echter goed te realiseren dat er genoeg liefhebbers zijn die deze preventieve maatregelen overbodig vinden en de duiven gewoon met de “winterinfecties” inkorven. De gevolgen laten zich raden. Behalve dat deze liefhebbers zich zelf en hun duiven tekort kunnen doen, vormen deze resterende winterinfecties zeker de eerste weken een verhoogd risico voor besmetting van de eigen duiven in de verzendmanden. Daarom mijn advies om zeker de eerste weken na de vluchten de ontsmetting zeker niet te vergeten. Dit betaalt zich terug na enkele weken. Waar bij andere liefhebbers door opkomende infecties en vormverlies de prestaties terugvallen gaan de eigen duiven veelal beter vliegen.
 

Liefhebbers die absoluut geen gebruik wensen te maken van de geelcapsules voor het seizoen of liefhebbers die dit wel doen, maar daarna vervolgens over willen gaan op een voederkuur kunnen gebruik maken van bijvoorbeeld, SA-mix, Super-ornithosemix of Poeder 18.
Naarmate de afstanden groter worden zien we in praktijk dat het in een aantal gevallen gewenst kan zijn over te stappen op middelen als poeder 31 of poeder 34.

Voor de liefhebbers in Nederland is het dit jaar dus gewenst om bovenstaande werkwijze te verplaatsen naar de periode dat bekend wordt wanneer er weer vluchten zijn.
Uitgangspunt blijft dan dat bovenstaande handelwijze het beste 3 weken voor het begin van de vluchten kan worden begonnen. Het blijft dan wel de vraag wanneer dat precies is.

Succes

Peter Boskamp
dgkcentrum@planet.nl

Terug naar Dr. aan het woord
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU, Utrecht