Dr. aan het woord door: Dierenarts Peter Boskamp
© Dierenarts P. Boskamp
Het is verboden onderstaande artikelen te vermenigvuldigen en te verspreiden. 
Ook zal opgetreden worden als zonder toestemming de artikelen of gedeelten 
daarvan op een andere wijze gepubliceerd worden

Deel 31:  Nieuwsbrief Duif aug 2006 "Veel gestelde vragen" Deel 4

Vochtbalans

Het warme weer van de afgelopen weken maakt het ook voor duiven extra belangrijk om de vochtbalans op peil te houden. Ook duiven kunnen tijdens de vluchten veel vocht verliezen. Het is dan onder de weersomstandigheden zoals deze de afgelopen weken waren dan ook extra belangrijk om hierop te letten. Zorg dat de duiven voldoende vocht op kunnen nemen na de vlucht en vul dit bij voorkeur aan met een elektrolytenmix. Hiervan zijn diversen mixen beschikbaar. Zelf schrijf ik dan nog wel eens de Bonisol voor. Een vloeibare elektrolyten mix die verrijkt is met extra aminozuren en vitamines om te zorgen voor een nog snellere recuperatie na de vlucht.
Een alternatief na zeer zware vluchten is de recuglut CT. Deze mix bevat naast elektrolyten ook nog Creatine, Taurine en Glutamine. Van Glutamine is bekend dat het voor een optimale darm- en spierwerking in voldoende mate beschikbaar moet zijn. 
Dat brengt me op toevoegingen aan het drinkwater onder extreme weersomstandigheden. Een voordeel onder deze weersomstandigheden kan zijn dat de duiven veel willen drinken. Hierdoor is het onder deze omstandigheden mogelijk om zelfs met een drinkwaterkuur effect te sorteren bij de bestrijding van Trichomoniasis. Iets dat onder normale omstandigheden als de duiven normale hoeveelheden water drinken geen zekere zaak is.
Maar in het algemeen ben ik de mening toegedaan dat onder extreme omstandigheden de toevoegingen van medicamenten aan het drinkwater beperkt zouden moeten worden. De dieren moeten hun vochtbalans op peil kunnen houden en drinkwatertoevoegingen remmen de wateropname. Onder extreme omstandigheden kan dit leiden tot ophoping van afvalstoffen in het lichaam. En dit kan de vorm van de duiven negatief beïnvloeden.
 

Wanneer kan men tijdens het spel met de jonge duiven nog gericht een kuur tegen het geel geven? 
Zijn kuren van een of anderhalve dag niet “levensgevaarlijk

De vragen over geelbestrijding zijn er die steeds opnieuw gesteld worden. 
Geelkuren tijdens het jonge duiven seizoen behandelen. Dat is iets wat eigenlijk niet echt nodig zou moeten zijn in kuur verband.
Het is zaak om voor de aanvang van de jonge duiven vluchten de Trichomoniasis afdoende te bestrijden. Het beste kan men dit doen door de duiven twee dagen achter elkaar een goede geelcapsule op te steken. Dit is eigenlijk de enige afdoende manier om er zeker van te zijn dat de duiven geelvrij zijn. Nu drinken de duiven momenteel wel redelijk met de weersomstandigheden van de laatste tijd. Maar toch komt het ook dan nog voor dat er duiven overblijven die na een kuur nog het geel hebben. Als men voor de vluchten dan ook nog genoegen denkt te kunnen nemen met een korte kuur dan spant men het paard helemaal achter de wagen. Want met zulke korte kuurtjes worden alleen de zwakste trichomonas parasieten bestreden. De sterkere blijven over en gaan zich daarna weer vrolijk vermenigvuldigen. De resistentie van de parasieten tegen het bestrijdingsmiddel neemt daardoor toe.
Een praktijkervaring is dat indien men de besmetting voor het seizoen goed aanpakt doormiddel van het toedienen van geelcapsules men tijdens het seizoen kan volstaan met een keer per 3 weken een geelcapsule op te steken (uitzonderingen daargelaten). Men hoeft dan niet te kuren. De geelbesmetting is op deze manier heel goed onder controle te houden.
Echter als men denkt te kunnen volstaan met een korte kuur voor het seizoen en  vervolgens met korte kuurtjes tijdens het seizoen de infectie wel denkt te kunnen beheersen, dan bewijst men de duivensport net zo min als zichzelf een goede dienst. Deze handelwijze werkt de toename van de resistentie alleen maar verder in de hand.

De magie van injecties.

Ze waren er weer de afgelopen tijd, de vragen of we injectievloeistoffen hebben als suanovil, streptomycine, Tylosine, Linco-spectin enz. enz. De meeste injectie vloeistoffen hebben we inderdaad. Maar ik verbaas me vaak over de reden waarom de liefhebbers injectievloeistoffen prefereren boven, poeders of capsules.
De meest genoemde reden is dat deze of gene topspeler dat ook doet (heeft men dan vaak van horen zeggen). Als de betreffende liefhebber dan ook nog eens scoort met een injectievloeistof dan is de liefhebber meestal blijvend overtuigd van de magie van injecties. 

Maar zijn injectie beter dan capsules bijvoorbeeld?
De lof die injecties toegezwaaid kregen stampt vooral uit de tijd dat er amper nog met capsules ter behandeling van ziekten werd gewerkt.
Ik schreef eerder al dat medicijnen in het drinkwater doorgaans voor een lagere bloedconcentratie van het medicament zorgen dan bij toepassing van hetzelfde medicament over het voer. Dat is ook logisch omdat het voer in korte tijd genuttigd wordt en het medicijn doorgaans dus ook sneller opgenomen wordt. Nog meer zekerheid biedt de toepassing in capsulevorm. De duiven krijgen dan in korte tijd de juiste hoeveelheid binnen en als het een medicijn betreft dat gemakkelijk via de darm opgenomen wordt zal er snel een goede bloedspiegel van het medicament aanwezig zijn. 

Er zijn echter ook medicamenten die slecht uit het darmkanaal opgenomen kunnen worden. Deze medicijnen kunnen dan alsnog effectief worden toegepast door ze via een injectie toe te dienen.
Dus het kan zinvol zijn medicijnen via injecties toe te passen. De medicijnen zijn op deze manier immers heel snel in hoge concentratie beschikbaar in het bloed.
Vanuit dit oogpunt bezien is er dus veel te zeggen voor een dergelijke toepassing. 

Maar er kleven natuurlijk ook bezwaren aan injecties. Zo kunnen er door injecties heftige onderhuidse weefselreacties ontstaan die de duif ernstig kunnen parten spelen. Dit probleem kan bij injecties in de spieren nog vele malen ernstiger zijn.
Maar naast het risico van weefselreacties kleeft er nog een ander gevaar aan een aantal medicamenten,die bij duiven worden toegepast. Zo is streptomycine (was vroeger onder de naam CX60 in Duitsland verkrijgbaar) berucht om zijn vergiftigingsverschijnselen bij overdosering. Bij een dosering van 0,1 ml per 200 gram gebeurt niet zo veel. Maar een lichte overdosering kan in een aantal gevallen al fatale gevolgen hebben. De duiven kunnen dan door hun poten zakken en er als verlamd bij liggen. 

Veel liefhebbers verkeren in der vooronderstelling dat duiven als ze een keer ingespoten zijn al een “kuur” hebben gehad. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Natuurlijk krijgen we op deze manier snel een hoge bloedspiegel van het medicijn, maar genoemde injectiemiddelen zijn ook weer snel uit het lichaam verdwenen. Wil men op deze manier de duiven kuren, dan zal men de injecties vaak meerdere keren moeten herhalen.
Het is duidelijk dat op deze wijze de kans op weefselreactie dan alleen maar groter wordt.
Al met al zijn er gevallen waarbij het toedienen van medicijnen via injectie aan te raden is, maar veelal is men met de toepassing van een capsule net zo goed af en mogelijk zelfs safer bezig. Kortom gewoon het gezond verstand gebruiken en zich niet mee laten slepen in de “magie” van de injecties.

Aan de andere kant zijn er injectievloeistoffen in ontwikkeling waarbij een eenmalige injectie wel degelijk een kuureffect heeft. Een injectie kan dan 3-5 dagen effectief zijn. Dit zijn dan wel allemaal middelen van de “nieuwe” generatie. En niet de middelen die in de inleiding werden genoemd.

Succes.

Peter Boskamp
dgkcentrum@planet.nl

Terug naar Dr. aan het woord
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU, Utrecht