Dr. aan het woord door:
Dierenarts Peter Boskamp
© Dierenarts P.
Boskamp
Het is verboden onderstaande artikelen te vermenigvuldigen en te
verspreiden.
Ook zal opgetreden worden als zonder toestemming de artikelen
of gedeelten
daarvan op een andere wijze gepubliceerd worden
Deel 32: Nieuwsbrief Duif maart 2007Eiwitten als voedingssupplement
Eiwitten. Dat is ook weer
een onderwerp waar je hele boeken over vol kunt schrijven. Als
voedingssupplement zijn ze ook in de duivensport in de mode. Niet geheel
ten onrechte, want ze kunnen hun nut zeker bewijzen. Maar er zijn eiwitten
en eiwitten. Ook al is het een taai onderwerp, is er reden genoeg om er
iets meer over te vertellen. Eiwitten en
aminozuren. Eiwitten zijn
noodzakelijk voor de opbouw van het lichaam. Ook bij vogels. Ze zijn nodig
voor de (veer)groei, de vorming van de eieren, de spierontwikkeling, de
voorplanting, de aanmaak van enzymen enz enz. Kortom zonder eiwitten is
geen ontwikkeling mogelijk. Eiwitten zijn opgebouwd
uit aminozuren. Een deel van deze aminozuren kan het lichaam niet zelf
aanmaken. Deze moeten met het voedsel worden opgenomen. Dit zijn de zgn.
essentiële aminozuren. Dit betreft ca 10 aminozuren. Voor duiven zijn
hiervan vooral de aminozuren methionine
en lysine van belang.
Voeders samengesteld uit granen en zaden kunnen soms een tekort vertonen
aan beide genoemde aminozuren. Bij peulvruchten kan er een tekort bestaan
aan het methioninegehalte en bij granen een tekort aan het lysinegehalte.
Een combinatie van beide kan het tekort opheffen voor de duif. Als nu voer gevoerd wordt
met weinig peulvruchten kan er dus een tekort ontstaan aan lysine. Het
gehalte aan eiwit in het voer kan dan nog zo goed zijn, het tekort aan dit
ene essentiële aminozuur is dan toch de beperkende factor in de waarde
van het eiwit. Het eiwit kan maar in beperkte mate benut worden. Het
tekort aan dit ene aminozuur kan al bepalend zijn voor een slechte rui,
vertraagde groei, voortplantingsstoornissen en verminderde weerstand. Men kan beter extra
aminozuren toevoegen en daarmee de kwaliteit van een gebruikte eiwitbron
verbeteren, dan het tekort proberen op te heffen door meer van de
kwalitatief slechte eiwitbron te gebruiken. Eiwitten die wel verteerbaar
zijn maar niet kunnen worden benut, bijvoorbeeld omdat er een tekort is
aan Lysine, worden afgebroken en deels gebruikt als energie en deels
omgezet in vet. Ssamenvattend kunnen we
stellen dat het belangrijk is om eiwitten te verstrekken met een hoge
biologische waarde. We moeten zien te vermijden om door meer eiwitten te
geven met een lagere biologische waarde aan de behoefte aan essentiële
aminozuren trachten te voldoen. Op deze manier neemt de benutting van de
eiwitten af en neemt de vetaanzet toe. Terwijl er ook nog een kans is op
het ontstaan van deficiënties. Het effect kan dan juist averechts zijn. Een aparte plaats als er
over eiwitten gesproken wordt neemt de “biest of colostrum” in. Biest
of colostrum is de eerste melk die zoogdieren (koeien, paarden,schapen)
produceren en aan hun jongen voeden. De eiwitten in deze melk zijn rijk
aan afweerstoffen. De jonge dieren zijn voor hun afweer grotendeels
aangewezen op deze afweerstoffen. Gedurende de eerste 24 uur van hun leven
nemen de veulens, kalveren en lammeren deze afweereiwitten in hun geheel
op in de bloedbaan. Daarna wordt de darm ondoorlaatbaar voor deze
eiwitten. Krijgen deze dieren de eerste dag na hun geboorte door wat voor
reden dan ook te weinig biest binnen dan zijn ze bijna zo goed als zeker
ten dode opgeschreven omdat hun eigen afweerapparaat zich nog niet heeft
ontwikkeld. Er wordt aan een aantal voedingssupplementen voor duiven
biesteiwit toegevoegd met als doel deze afweerstoffen te benutten in de
strijd tegen het “Adenocoli-syndroom”. We moeten ons hierbij wel
realiseren dat deze eiwitten net als andere eiwitten worden verteerd in
het darmkanaal van de duiven. Maar los van de vraag of deze eiwitten een
rol kunnen spelen bij de strijd tegen de jonge duiven ziekten, blijft
biest natuurlijk een preparaat met eiwitten met een hele
hoge biologische waarde. Ik kreeg het afgelopen
jaar regelmatig vragen of ik ook producten had met een hoog eiwitgehalte.
Die hebben we dus inderdaad. Maar als U deze nieuwsbrief goed gelezen hebt
weet U nu dat dit niet alles zegt. Het gaat er niet om of een product een
hoog percentage eiwit bevat. Veel belangrijker is het dat het eiwit in een
product een hoge biologische waarde heeft. Dus let op de bronnen van de
eiwitten en niet louter en alleen op het totale percentage. Zo kan een
product met een lager percentage hoog benutbare eiwitten immers
kwalitatief vele malen beter zijn dan een product met een hoog percentage
dierlijke eiwitten met een lage biologische waarde. Zoals gezegd moeten de
essentiële aminozuren, waaronder Lysine en Methionine in voldoende mate
aanwezig zijn in het voer dat de duif krijgt. Een ander aminozuur dat
belangrijk is voor de spieren en als belangrijke voedingsbron voor de
darmcellen geldt, is het aminozuur Glutamine. Een voldoende toevoer van
dit aminozuur kan tijdens de recuperatie en de opbouwfase van de duif naar
de volgende vlucht zijn dienst bewijzen. Zo bevat de Boni-MR-plus naast
wei-eiwitten en andere ondersteunende stoffen ruim 20% Glutamine. Het verstandig gebruik
van eiwitsupplementen kan bijdragen aan de prestatiecurve van de duiven.
Waak daarbij voor eiwitproducten samengesteld uit eiwitten met een
beperkte biologische waarde. Deze zijn vaak juist belastend voor het
lichaam en werken daardoor mogelijk de vorm eerder tegen. Voorjaarscontrole Zoals in de vorige
nieuwsbrief al vermeld is het verstandig de vliegduiven ruim voor de
eerste vluchten door uw dierenarts te laten controleren. Niet alleen op
besmettingen met het geel, wormen en/of coccidiose, maar vooral op de
aanwezigheid van luchtwegaandoeningen. Hierbij moet zeker en vooral ook
gelet worden op de aanwezigheid van irritatie van de luchtpijp. Het is aan
te raden duiven met een irritatie van de luchtwegen voor het seizoen te
kuren met een combinatie van een goede luchtwegkuur en een kruidenmiddel
als de Boni-Bronchicron. Een dergelijke combinatie kan het beste over het
voer worden toegediend. Op deze manier kunnen de duiven met schone
luchtwegen aan de vluchten beginnen. Het risico dat men dan na een drie-
of viertal vluchten moet gaan kuren voor de koppen wordt hierdoor
aanzienlijk kleiner. Geelcapsules Voor dat de vluchten
beginnen adviseer ik ook het gebruik van geelcapsules gedurende twee
achtereenvolgende dagen. Op deze manier heeft men de duiven zo goed als
zeker, vrij van het geel. Drinkwaterkuren, ik blijf het zeggen, zijn in
deze tijd van het jaar uit den boze. Het is gewoon weggegooid geld. Als
men geen geelcapsules wenst te gebruiken moet de geelkuur over het voer
gegeven worden. En niet gedurende een of twee dagen, maar zeker zes dagen.
De korte kuren werken alleen maar de resistentie van de geelparasieten
tegen de geelmiddelen in de hand en dienen ten stelligste worden
afgeraden.
Peter Boskamp
|