Deel 37: Nieuwsbrief
Duif mei
2008
Julianalaan
7a
6191 AL Beek
Tel: 0031 46 4371885
boskamp@pigeonvetcenter.com
www.pigeonvetcenter.com
Er zijn de afgelopen tijd zoveel vragen op mijn bureau
terecht gekomen dat ik er wel een jaar lang nieuwsbrieven mee kan vullen.
Ik zal daarom de komende tijd zoveel mogelijk trachten deze vragen hier te
beantwoorden.
Voor de antwoorden op de vragen
over het geel en enkele andere aandoeningen die ik vrij recent uitgebreid
aan de orde heb gesteld verwijs ik de vragenstellers naar de afgelopen
nieuwsbrieven.
“Zijn
er ook natuurlijke middelen om het Adenovirus mee te bestrijden?”
Natuurlijke middelen worden
gevraagd als oplossing voor dit probleem. Dat is voor mij natuurlijk een
open deur omdat ik sinds jaar en dag al zoek naar de wegen om het
Adeno-coli probleem op een natuurlijke manier op te lossen.
Iedereen verwacht natuurlijk dat ik hier ga roepen :De Bony-SGR. En ja,
dit product is zeker een goede hulp bij het voorkomen en kan bijdragen bij
het genezen van deze aandoening. Maar ook de Bony-Sambucca-plus kan hier
een steentje bijdragen. De Sambucca is bekend om zijn antivirale werking.
En zoals we weten is het Adenoprobleem veroorzaakt door een virus. Dus ook
Bony-Sambucca plus werkt goed bij deze problemen.
Verzurende producten die verder kunnen helpen zijn o.a. Molkosan van Dr.
Vogel maar ook appelazijn. Ofschoon ik deze liever preventief geef
als genezend.
Verder kunnen het geven van colostrumeiwitten enkele malen per week helpen
de darmflora gezond te houden. Wie geen verse of ingevroren biestmelk van
koeien (= colostrum) kan krijgen kan gebruik maken van een product als het
Bony-jongdierpoeder waarin o.a. schapencolostrum is verwerkt.
Het is ter preventie van dit probleem belangrijk dat de darmflora optimaal
gezond blijft. Dus dat vooral de E. Coli bacil weinig kans krijgt. Door
Probiotica te verstrekken wordt de normale darmflora ondersteund waardoor
de concurrentie voor de ziekmakende E. Coli-bacterie toeneemt. Dit draagt
er op deze manier toe bij dat extreme vermeerdering door deze bacterie
wordt afgeremd.
Ondersteunend bij Adeno uitbreken zijn verder nog Elektrolyten maar ook
Bonisol of Bony-Recuglut CT
Als de duiven herstellend zijn kan wat extra vitamine gegeven worden om
het lichaam en de afweer zoveel mogelijk te ondersteunen.
Is de situatie zo erg dat er ingegrepen moet worden met medicijnen dan is
mijn eerste keus Bony-Jodi of wel poeder 29. Dit middel heb ik speciaal
voor deze kwaal ontwikkeld. Maar goed als U liever andere producten wilt
gebruiken dan kunnen vermeld worden. De Amco, Vier in een en trimsulfa, of
de SL-mix of de FC-mix. Kortom er zijn meerdere mogelijkheden. Wees er wel
altijd zeker van dat de duiven vrij zijn van hexamitiasis. Ik had vorig
jaar een liefhebber die de ene kuur na de andere gegeven had en niets leek
te helpen. Ik adviseerde hem de duiven toch eens te laten zien. Wat
bleek...het was geen Adeno. De duiven stikten van de Hexamitiasis. Een
goede geelkuur en alles was opgelost.
Dus.....af en toe is onderzoeken laten ook een goed advies.
“Waarom is het nog steeds verplicht om elk jaar de duiven te enten
tegen paramyxo terwijl algemeen bekend is dat na twee maal enten de duiven
deze ziekte niet meer kunnen krijgen?”
Ik kan me de frustratie bij sommige
liefhebbers wel voorstellen. Deze gaan er dan vanuit dat wat je niet ziet
er ook niet is. Maar het is in werkelijkheid net als met röntgenstralen,
deze zijn er wel en hebben wel degelijk hun werking ook al zien we ze
niet. Zo zou je het ook bij het paramyxovirus kunnen omschrijven. Als de
afweer bij de duiven onder een bepaald niveau komt doordat ze al lang niet
meer gevaccineerd zijn kan toch dragerschap bij deze duiven ontstaan
terwijl ze zelf helemaal niet ziek hoeven te worden. Deze duiven zijn dan
wel een potentiële besmettingsbron voor met name jonge duiven. Het feit
dat we weer steeds vaker jonge duiven zien met verschijnselen met paramyxo
kan toch een teken dat er toch weer meer gezonde dragers onder de
duivenpopulatie krijgen. Het kan tevens een aanwijzing zijn dat er minder
nauwkeurig wordt gevaccineerd. Maar de laatste tijd worden ook weer meer
oude duiven gezien met verschijnselen van paramyxo, die ook in laboratoria
als zodanig worden bevestigd. Deze
duiven bezwijken in korte tijd aan deze ziekte. Het is dan nog de vraag of
het duiven betreft die juist te weinig zijn ingeënt.
Als we met zijn allen de infectiedruk van dit virus voldoende willen
blijven terugdringen is en blijft het verstandig de duiven ook als ze
ouder zijn dan twee jaar in te enten.
Twee vragen die in een antwoord te
vatten zijn:
“Waarom is de kans op besmetting bij duiven tegenwoordig zo groot, kan
dat komen overmatig preventief kuren?”
“Worden de duiven niet resistent voor de huidige medicijnen? Ik heb de
indruk dat de medicijnen nauwelijks nog werken”
De liefhebber die deze vragen
stelde sneed een belangrijk onderwerp in de medische begeleiding in de
duivensport aan. Hoewel natuurlijk niet de duiven resistent kunnen worden
tegen medicijnen, maar de microben die in de duiven zitten, is de
achtergrond achter de vraagstelling natuurlijk duidelijk.
Om een grondig en goed antwoord op deze vragen te geven is het van belang
dat we inzien dat de wereld om ons heen de afgelopen eeuw maar zeker de
laatste 40 jaar dramatisch is veranderd. Het milieu is dramatisch
vervuild. De industrie produceert tonnen en tonnen afvalstoffen en andere
chemische verbindingen die ons milieu verontreinigen. Alle levende wezens
staan op die manier van de “wieg tot het graf” onder invloed van dit
vervuilende milieu. Daarnaast is de voedingswaarde van de voedingsstoffen
die we voortbrengen dramatisch teruggelopen. Overal verschijnen artikelen
die op dit feit wijzen, in kranten, maar zeker ook in wetenschappelijke
publicaties. De gehaltes aan sporenelementen, mineralen en vitamines in de
diverse voedingsstoffen lopen dramatisch terug. De industrie tracht dit te
ondervangen door zelf extra vitamines toe te voegen aan het voedsel dat ze
voortbrengt. De melk, vruchtensappen, toetjes met extra toegevoegde
vitamines zijn in de schappen niet meer over het hoofd te zien. Zo is ook
de voeding voor de duiven aan “inflatie” onderhevig. Nu zit er
natuurlijk wel wat rek in. Niet alle duiven hebben van dit alles in de
gelijke mate last. Maar er zijn natuurlijk ook duiven waarvan het gestel
nu al begint te kraken. Deze duiven worden daardoor bevattelijker voor
allerlei infecties. Voor infecties die vroeger weinig of geen kans kregen
bij de duif, worden zo betere voorwaarden geschapen om aan te slaan. Dit
soort infecties krijgen zo steeds meer een kans vaste voet aan de grond te
krijgen in onze duiven. Het gevolg hiervan is dat de weerstand van de
duiven steeds verder ondermijnd wordt. Deze zwakkere duiven die het eerste
aangetast worden vormen zo als het ware een kweekvat
waarin de diverse infectieveroorzakers zich aan de duiven kunnen
aanpassen. En het heeft er alle schijn van dat dit proces meer en meer
vorm begint te krijgen.
Eind jaren tachtig begin jaren negentig hadden we het over “mospikken”
bij de duiven en al snel over het “Adenocoli-complex”. Maar gaandeweg
zien we dit laatste beeld veranderen en komen er andere symptomen bij
zodat we de laatste jaren liever spreken van het “Jongdierziektesyndroom”.
Er vallen allerlei ernstige en minder ernstige kwaaltjes onder die we bij
jonge duiven kunnen aantreffen. Al lang niet meer alleen het braken en de
diarree van midden jaren negentig van de vorige eeuw. We zien nu duiven
die langzaam wegkwijnen, duiven met gele beslagen door besmettingen met
herpes die vroeger alleen aanleiding gaven tot “het vliesje”. Kortom
de aard van de symptomen wordt erger. Een rol in de verergering van deze
klachten wordt toegeschreven aan het zo langzaamaan bekende Circovirus dat
zich op jonge leeftijd in het afweerorgaan van de jonge duiven nestelt en
daar dit hele afweersysteem ondermijnd met alle mogelijke schadelijke
gevolgen voor de gezondheid van dien.
Dieren met een slechte weerstand kunnen niet meer goed reageren op de medicijnen. Immers, veel
medicijnen zijn alleen bedoeld om de agressor (Bacterie, protozo etc) te
verzwakken waarna de eigen afweer van de duif de rest moet doen. Maar als
de afweer onvoldoende functioneert is dit een onmogelijke opdracht. We
zien dan duiven die na korte tijd weer terugvallen in hun eerdere ziekte,
al dan niet met dezelfde symptomen. En dan lijkt
het alsof de medicijnen niet meer werken. Dan lijkt het alsof er resistentie ontstaan is tegen bepaalde
medicijnen, terwijl het in werkelijkheid waarschijnlijk de weerstand is
die tekort schiet.
Het geven van sterkere medicijnen lijkt dan tijdelijk voor verbetering te
kunnen zorgen. Maar ook deze aanpak leidt na kortere of langere tijd tot
teleurstelling. En tot de verzuchting “dat het lijkt alsof de medicijnen
te zwak zijn en niet meer werken…”
De oorzaak van deze ellende moet dus niet in de eerste plaats gezocht
worden in een overmatig kuren. De oorzaak moet gezocht worden daar waar
hij werkelijk ligt, namelijk in een overbelasting van het lichaam met
chemische stoffen en een uitputting van de voeding, verergerd door
infecties die daardoor de gelegenheid hebben gekregen voet aan de grond te
krijgen bij onze duiven.
De oplossing is niet zo eenvoudig. Op de lange termijn moet getracht
worden zoveel mogelijk de weerstand van de duiven te helpen verhogen. Maar
ook door te zorgen voor voeding die voldoende ondersteuning biedt voor de
topprestatie die de huidige sportduif neer moet zetten.
Vliegpakket 2008
Onze vliegpakketten zijn sinds jaar en dag een
begrip. Voor de liefhebbers die het pakket in hun vertrouwde samenstelling
willen kunnen blijven aanschaffen, kan dat.
Dit jaar introduceren we een Vliegpakket-weduwnaars waarbij de nadruk ligt
op natuurlijke voedingssupplementen:
Bony- SGR 300 ml
Bony-vluchtsupport 250 ml
Bony omega 3 vliegolie
Bony-Super ornithosemix 100 gram
Bonisol 500 ml
Bony-topconditie 500 gram
Prijs 69,50
We hebben bovenstaand vliegpakket de afgelopen
maand geïntroduceerd, maar daarbij geen omschrijving gegeven. In de
praktijk blijkt dit nodig te zijn gezien de reacties van de liefhebbers
die dit pakket besteld hebben. We gingen er van uit dat de producten die
erin zaten al redelijk bekend waren en daarom weinig beschrijving meer
nodig hadden.
- Als de duiven zonder problemen zijn en voor de reis een
goede kuur voor de koppen hebben gehad, kan de Superornithosemix na
thuiskomst (bij voorkeur) over het voer verstrekt worden of in het
drinkwater worden gedaan.
- De Bonisol is de drank waarmee de duiven worden
opgevangen als ze thuiskomen van de vlucht (elektrolyten,aminozuren,
vitamines etc). Hiermee worden de verliezen opgelopen tijdens de
vlucht snel aangevuld.
- De Bony-SGR is genoegzaam bekend dient twee tot driemaal
per week verstrekt te worden in het drinkwater. Als de duiven deze
drank nog nooit hebben gehad dan dient ze een week tot 10 dagen
achtereen gegeven te worden om het lichaam van de duif eraan te laten
wennen.
- Bony-Topconditie ( op eiwitbasis) kan samen in de tweede
helft van de week samen met Bony-omega-vliegolie over het voer worden
verstrekt. Een en ander is af te stemmen op de behoefte in een
bepaalde periode in het seizoen (vitesse, midfond, fond).
Als de vluchten
interessanter worden kan de Bony-Vluchtsupport daarbij nog in het
drinkwater verstrekt worden de laatste dan voor de vlucht. (Vluchtsupport
bevat o.a. een hoge dosering vitamine B12.)
******
|